Hebben de Achterlijken het recht om opgegeten te worden?
Abstract
is er een reden die kan dienen om ons geloof te rechtvaardigen dat het verkeerd zou zijn om de achtergestelden te doden en te eten — ongeacht hoe ernstig een voedseltekort zou kunnen worden? (Met ‘ rede ‘bedoel ik’ overweging die rationeel rechtvaardigt ‘en niet’factor die Causaal of psychologisch verklaart’.) Professor Margolis, wantrouwend tegenover het abstracte formalisme van de morele theorie en al haar hoogdravende praatjes over rechten, geeft er de voorkeur aan om over dergelijke kwesties te denken in termen van een nogal vaag ” liberaal Principe — – d.w.z. het principe dat, ” alles bij elkaar genomen, een liberale samenleving is toegewijd aan het vergroten en het waarborgen van de voorwaarden waaronder de achtergestelden … mogen genieten van een zekere mate van welzijn” (, P. 29). Maar zijn we niet toegewijd aan een soortgelijk principe met betrekking tot niet-menselijke dieren? Vinden wij niet dat huisdieren, indien mogelijk, een zekere mate van welzijn moeten genieten? Maar vinden we ook niet dat de zwakzinnigen een morele status moeten hebben die iets hoger en veiliger is dan die van onze huisdieren? Als dat zo is, dan is het Margolis principe in de problemen. Het kan onze morele zorg over de achtergestelden verklaren in zoverre het onze zorg over andere bewuste wezens overlapt (zoals het duidelijk doet), maar niet omdat het een speciale en afzonderlijke zorg kan vertegenwoordigen. Het is deze speciale en aparte zorg die de rechten talk probeert te vangen; en dus, gezien Margolis’ duidelijke speciale en aparte zorg voor de gehandicapten, zou hij misschien niet zo snel de rechten traditie af te wijzen. Misschien willen we meer zeggen dan “het is jammer dat we kunnen hebben om de achterlijken te eten” (zoals het zou kunnen zijn als we moeten eten Rover in geval van nood). Misschien willen we zeggen dat het eten van de zwakzinnigen geen optie is, dat het niet eten van de zwakzinnigen een garantie is. Maar is dit niet gewoon om te zeggen dat de zwakzinnigen het recht hebben om niet opgegeten te worden?1