Het Romeinse Rijk: in de eerste eeuw. Het Romeinse Rijk. Schrijvers. Juvenal | PBS
historici waren de journalisten van de Romeinse tijd
De laatste grote Romeinse satiricus Juvenal (ca.55 – 127 n.Chr.) werd beroemd om zijn wilde humor en bijtende beschrijvingen van het leven in Rome. er is weinig bekend over Juvenals leven buiten zijn satire. Zijn naam komt maar één keer voor, in een gedicht geschreven door zijn vriend Martial. er wordt aangenomen dat Juvenal werd geboren in een welvarende familie in Midden-Italië. Na de militaire dienst begon hij een carrière in de Romeinse ambtelijke dienst onder keizer Domitianus, waar hij geen promotie kreeg. verbitterd en verdraaid vast in deze sleur, werd hij verbitterd en werd satire. Zijn eerste stuk, waarin hij beweerde dat Hof favorieten te veel te zeggen hadden in de promotie van officieren, veroorzaakte problemen. Zijn bezit werd in beslag genomen en hij werd verbannen naar Egypte. In 96 n. Chr., na de moord op Domitianus, keerde Juvenal terug naar Rome. Zonder geld of carrière, worstelde hij om te overleven en werd gedwongen om te leven van de onwillige vrijgevigheid van de hogere klassen. tussen 100 en 127 n. Chr. publiceerde hij vijf boeken met 16 satirische gedichten. De Satires, zoals ze bekend werden, vielen wreedheid, dwaasheid en de corruptie van de Romeinse samenleving aan. de bekendste van deze werken was de derde satire. Hierin verlaat een man Een Rome vol buitenlanders om in een klein, slaperig provinciestadje te wonen.: Juvenal contrasteert de corruptie van de stad met de oudere, eenvoudigere manier van leven nog steeds op het platteland. Juvenal was de meest wilde van alle Romeinse satiristen. Hij schreef over zijn werk dat “verontwaardiging creëert mijn poëzie.”Hij richtte zich op vrouwen, homoseksuelen, intellectuelen en de adel. In de vierde satire vertelt hij hoe keizer Domitianus zijn topadviseurs opriep om een belachelijk probleem op te lossen – hoe een vis te groot voor elke pan te koken. samen geven de 16 satires een levendig beeld van het Rome dat hij kende, zijn mensen, hun leven en de alledaagse bezienswaardigheden en geluiden. Hij pint hun zwakheden met onwankelbare nauwkeurigheid. Hoewel het soms bruut is, brengt Juvenal ’s schrijven Rome tot leven en enkele van zijn zinnen-zoals” brood en circussen “en” wie zal de bewakers bewaken?”- worden nog steeds gebruikt vandaag.
Waar naar toe:
keizers-Titus & Domitiaan
De sociale orde in het oude Rome-plebejers