Articles

NEUTRALISME

De neutrale theorie was een van de meest controversiële theorieën in de biologie in de late twintigste eeuw. Dit hoofdstuk bespreekt het scepticisme van wetenschappers met betrekking tot de theorie van het neutralisme, bewijs en argumenten die namens de theorie worden aangeboden, hoe de test van de theorie is uitgevoerd, en wat een drift is in de context van de neutrale theorie. Het legt ook uit wat de implicaties zijn van neutraliteit op moleculair niveau (indien aanwezig) en beschrijft aanpassing. Neutralisme beweert dat veel fenotypische eigenschappen geen effect hebben op de geschiktheid van een organisme. Het fenotype van het organisme bestaat uit zijn fysieke en gedragskarakteristieken of kenmerken—van hoogte tot kleur van het verenkleed. Nochtans, beweren de Neutralisten van Kimura dat de aminozuur en nucleotideveranderingen die binnen de species in de loop van evolutie accumuleren hoofdzakelijk toe te schrijven zijn aan willekeurige fixatie van selectief neutrale mutanten. Hij gaf ook een zeer elegant wiskundig argument, waaruit bleek dat als de neutrale theorie waar was, de mate van verandering in de genetische constitutie van een populatie precies evenredig zou moeten zijn met de mutatiesnelheid en onafhankelijk van de grootte van de populatie.