Articles

Trichoderma harzianum

De meeste stammen zijn sterk aangepast aan een aseksuele levenscyclus. Bij afwezigheid van meiosis, is de chromosoomplasticiteit de norm, en de verschillende stammen hebben verschillende aantallen en grootte van chromosomen. De meeste cellen hebben talrijke kernen, met sommige vegetatieve cellen die meer dan 100 bezitten. Verschillende aseksuele genetische factoren, zoals paraseksuele recombinatie, mutatie en andere processen dragen bij tot variatie tussen kernen in een enkel organisme (thallus). Zo zijn de schimmels zeer aanpasbaar en evolueren snel. Er is een grote diversiteit in het genotype en fenotype van wilde soorten.

hoewel wilde stammen zeer aanpasbaar zijn en heterokaryotisch kunnen zijn (kernen van verschillend genotype binnen een enkel organisme bevatten, en dus zeer variabel), zijn stammen die voor biocontrol in de commerciële landbouw worden gebruikt homokaryotisch (kernen zijn allemaal genetisch vergelijkbaar of identiek). Dit, in combinatie met strakke controle van variatie door genetische drift, staat deze commerciële stammen toe om genetisch verschillend en niet-variabel te zijn. Dit is een uiterst belangrijk kwaliteitscontrolepunt voor elk bedrijf dat deze organismen wil commercialiseren.