Articles

Iclusigrx

risico op veneuze trombo-embolische en arteriële occlusieve voorvallen (waaronder fataal MI, beroerte, stenose van arteriële bloedvaten van de hersenen, ernstige perifere vasculaire aandoeningen en de noodzaak van dringende revascularisatieprocedures) bij patiënten met of zonder cardiovasculaire risicofactoren (waaronder ≤50 jaar oud, of toenemende leeftijd, voorgeschiedenis van ischemie, HTN, diabetes, hypercholesterolemie); controleren en onderbreken of staken op basis van recidief/ernst. Controleer op hartfalen; onderbreek of stop als er een nieuwe of verslechterende toestand optreedt. Controleer LFT ‘ s bij baseline, dan ten minste maandelijks of indien nodig; onderbreek of stop op basis van recidief/ernst. Controleer de bloeddruk bij baseline, indien klinisch noodzakelijk en beheer op de juiste wijze; onderbreek, verlaag de dosis of stop indien niet onder controle. Evalueer voor nierarteriestenose als significante verslechtering, labiele of behandelingsresistente hypertensie optreedt. Risico op pancreatitis; controleer de serumlipase elke 2 weken gedurende de eerste 2 maanden en daarna maandelijks of indien klinisch geïndiceerd; onderbreek, hervat of stop op basis van de ernst. Verhoogde toxiciteit bij nieuw gediagnosticeerde CML in de chronische fase: niet aanbevolen. Voer oogonderzoeken uit bij aanvang en periodiek tijdens de behandeling. Controleer op symptomen van neuropathie, bloeding, hartritmestoornissen of vochtretentie en beheer zoals klinisch geïndiceerd; onderbreek, hervat met dezelfde of verlaagde dosis, of stop op basis van recidief/ernst. Verkrijg CBC ‘ s om de 2 weken gedurende de eerste 3 maanden, vervolgens maandelijks of zoals aangegeven; indien ANC <1×109/L of bloedplaatjes <50×109/L, onderbreek tot ANC ≥1.5×109/L en bloedplaatjes ≥75×109 / L, hervat dan met dezelfde of verlaagde dosis. Tumorlysissyndroom: zorg voor voldoende hydratatie en behandel urische niveaus voorafgaand aan de therapie. Verstoorde wondgenezing: niet toedienen gedurende ≥1 week voorafgaand aan electieve chirurgie; niet toedienen gedurende ≥2 weken na grote chirurgie en tot adequate genezing. Stop definitief als GI-perforatie optreedt. Onderbreek de behandeling als reversibel posterieur leuko-encefalopathiesyndroom optreedt. Leverfunctiestoornis. Ouderen. Embryo-foetale toxiciteit. Adviseer vrouwen die zwanger kunnen worden om effectieve anticonceptie te gebruiken tijdens en gedurende 3 weken na de laatste dosis. Zwangerschap: Status voor aanvang uitsluiten. Moeders die borstvoeding geven: niet aanbevolen (tijdens en gedurende 6 dagen na de laatste dosis).